Een groot deel van mijn leven was het heel normaal dat ik m’n sleutels niet kon vinden. Zo goed als elke ochtend was het vaste prik. Klaar om te vertrekken, maar verrek, waar zijn m’n sleutels? Paniek….. “Nu kom ik te laat!” “Wat ben ik toch een stommeling!”, “Waarom moest die vriendin nou net langskomen toen ik gisteren thuiskwam, logisch dat ik dan niet oplet waar ik m’n sleutels laat!”
Bonkend hart
Soms redde ik het nog net door heel snel te fietsen, een sprintje te trekken naar het perron en dan met een bonkend hart de trein in te springen net voordat de deuren sloten.
Stress, mezelf veroordelen, wanhopig proberen iemand anders de schuld te geven. Het hoorde voor mij gewoon bij m’n dagelijkse leven. Ik dacht dat ik het van m’n moeder geërfd had. Zij was ook heel vaak haar sleutels kwijt. En dat kan ook best zo zijn, goed voorbeeld doet goed volgen zeggen ze. En dat geldt dus ook als je nooit gezien hebt hoe het beter kan.
Maar gelukkig is verandering desondanks mogelijk weet ik nu. Volgens mij heeft m’n moeder er intussen ook niet meer zo’n last van, ik zal het haar eens vragen.
Herkenbaar?
Of heb jij dit met je portemonnee? Of je OV-kaart? Lees dan verder, want ik heb een goede tip voor je om van dit soort dagelijkse stress af te komen.
Het overkomt me af en toe nog wel eens. Op het moment van vertrek kan ik ze niet vinden die verrekte, maar o zo belangrijke sleutels! Maar ik schiet niet meer in de stress. Ik kan nu rustig even de logische en minder logische plekken afgaan. De zakken van de jas die ik gisteren aanhad, de bar bij de keuken, of onder de stapel papieren waar ik mee bezig ben geweest. Ik denk nu ‘als ik ze niet op tijd vind, bel of app ik wel even dat ik wat later ben’. No problem, no stress. En ik geef niemand anders meer de schuld. Ik heb echt zelf m’n sleutels ergens laten slingeren. 😊
Het zet me wel aan het denken over hoe het met me gaat. Als ik m’n sleutels kwijt ben, is dat meestal een teken dat ik mezelf aan het voorbij lopen ben. Dat ik wat meer de rust in mezelf mag opzoeken. Dat het tijd wordt om op te ruimen of meer ruimte in m’n agenda te creëren.
En dan nu de tip:
Of eigenlijk is het een oefening:
1) Neem je voor om deze oefening minstens 14 dagen achter elkaar te doen. Langer is nog beter, want de onderzoeken variëren. Sommige zeggen dat je 21 dagen nodig hebt om een gewoonte te integreren, anderen beweren dat het wel 90 dagen duurt. Ik denk dat je in dit geval al heel ver komt met 14 dagen.
2) Leg elke keer dat je thuis komt je sleutels bewust op een plek. Dat mag een vaste plek zijn, maar als je jezelf wat meer wilt uitdagen kan je ook tussen een paar plekken variëren. De ene keer bijvoorbeeld je jaszak, de andere keer het kleine vakje in je tas, en dan weer eens op een plank of een haakje in de buurt van de voordeur.
3) Als je een dag toch je sleutels kwijt bent, haal dan even diep adem en vergeef jezelf. Ga rustig zoeken. Als je daardoor ergens te laat komt, zeg gewoon hoe het zit, namelijk: ‘ik was m’n sleutels kwijt’. Meestal kunnen mensen je best even missen, en meestal kan jij ook wel een half uurtje missen. Eerst je sleutels vinden, dat is immers een voorwaarde om straks weer je huis in te kunnen. Neem later op de dag even de tijd om te bedenken hoe jij wat meer rust kunt organiseren voor jezelf om als je thuiskomt weer bewust je sleutels ergens neer te leggen.
Natuurlijk kan je deze oefening ook doen met je portemonnee, je OV-kaart, of iets anders wat jij dagelijks nodig hebt en vaak kwijt bent.
Veel succes, en leuk als je me laat weten of je dit gaat doen en wat je ervaringen zijn!